Het begint altijd klein

Alles is perfect in mijn klein wereldje. Ik voel me als een gazelle die onbezorgd en vrolijke door de velden huppelt.  En dan begint het. Als een kleine trilling in mijn dikke teen. Een onverklaarbaar gevoel die me stilletjes bekruipt en dan opnieuw weggaat. De jedimaster in mij zou verklaren dat hij een disturbance in the force heeft gevoeld. Ik wandel verder en vergeet het compleet.

Tot het me opnieuw overkomt. In beide dikke tenen deze keer. Binnen de korste keren loopt de tinteling over tot in al mijn tenen.  Ik doe nog mijn best om het te negeren. Ik fluit een leuk deuntje. Knipoog even naar de knappe dame die me net kruiste. Kijk even om en concentreer me op haar vormen. Alles goed om het gevoel te proberen onderdrukken.

Ik blijf mijn best doen. Leuk filmpje zien. Effe gamen, toertje lopen. Maar niks helpt. Het gevoel sluipt als een beest in de nacht mijn broekspijp omhoog. Ik vloek het beest weg. Ga weg smeerlap. Hier heb je niks te zoeken. Alles gaat goed dus kun je beter een andere simpele ziel gaan overmeesteren.

Ik neem het beest vast en gooi hem pardoes op de grond. Hij komt recht en zijn vurige rode ogen kijken staalhard in de mijne. Een aantal minuten lang vechten we een staarwedstrijd uit op leven en dood. Maar het beest is een smeerlap. Vecht nooit als een echte man. Ik voel een scherpe pijn in mijn hart. De klootzak zit erin.

Het beest weet van aanpakken. Hij vermomt zich zodat niemand het beseft. Soms haalt hij keihard uit maar meestal vergiftigt hij de mens. Hij begint altijd bij de benen. Zorgt ervoor dat je je bed niet meer uitkomt en ook de rest van je lichaam als een simpele zak aardappelen  blijft liggen. Daarna heeft hij alle tijd van de wereld om de rest af te breken. Via je maag naar je hart. Eens daar is de strijd voorbij.

De trilling laten zich ondertussen in mijn hele lichaam voelen. Tot mijn grote paniek voel ik dat het zweten is begonnen. Klamme handen. Mijn hart verzet zich nog tegen de aanwezigheid van het beest met heftig tromgeroffel. Het monster is echter sterker  en tot mijn wanhoop moet ik merken dat de smeerlap zijn vuile vingers strekt tot aan mijn hersens. Ik ben helemaal verloren. Ik had het mezelf nog zo verteld. Nooit meer zou het beest in mij komen leven. Ik was sterk en had niks of niemand nodig.

Dan volgt  zijn grootste kunststukje. Hij vertroebelt je manier van denken. Hij leidt je in je zijn. Hij en niemand anders beslist hoe je de wereld ziet. De ene dag ziet alles er kleurig en goed uit. De dag erna slaat hij je met je hoofd tegen de muur aan.

Met een grote zucht staar ik in de spiegel.  Tot mijn afschuw zie ik hoe zich in de spiegel een beeld vormt. Daar staat hij weer.  Zijn vuile vurige ogen  ingewisseld voor mooie heldere blauwe. De lange vettige haren vervangen door blonde .  Waar hij eerder vuile bokkepoten had zijn die nu elegant. Ik herken haar.

Ik heb alweer verloren.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s